Vrijheid is niet vanzelfsprekend. Die zin hoor je regelmatig rondom 4 mei. De dag waarop we slachtoffers herdenken van de 2e wereldoorlog en alle oorlogen daarna. Ik vind het mooi en belangrijk dat er een traditie is in dit land waarbij op de Dam in Amsterdam, maar ook lokaal een moment is waarop we stilstaan bij de prijs van vrijheid om vervolgens op 5 mei die vrijheid ook te vieren. Want wat nu als al die moedige soldaten uit Groot Britannie, Amerika en Canada niet gekomen waren om ons te bevrijden? Zoals 4 en 5 mei bij elkaar horen, zo horen psalm 123 en 124 ook bij elkaar. Waar in psalm 123 nog van een ondraaglijke last wordt gesproken die alleen door Gods genade van de schouders van het volk gehaald kan worden, is 124 een lofzang omdat God het volk heeft bevrijd uit die uitzichtloze situatie.


En hoewel veel commentatoren bij psalm 124 denken aan de bevrijding uit de ballingschap, wordt de beschrijving van de redding nergens concreet. Dat maakt dat deze psalm van toepassing is op de hele geschiedenis van het volk Israël waarin Gods reddende hand telkens opnieuw zichtbaar wordt. Vanuit de bevrijding van slavernij uit Egypte en alle dreigingen sindsdien. Het grote besef is daar dat Israël zonder Gods hulp allang ten prooi was gevallen aan ‘de volken’. Een besef dat tot op de dag van vandaag aanwezig is.
Israel, blijf het herhalen. Blijf het gedenken.
Psalm 124 is, vrij uniek, geen individuele maar heel duidelijk een gemeenschappelijke lofzang. God heeft ons bevrijd. Het kernvers is vers 7, waarin 2x het werkwoord voor ontsnappen wordt gebruikt:
wij zijn als een vogel ontsnapt uit het net van de vogelvangers, het net is gescheurd en wij, wij zijn ontkomen.
Dat is een ontsnappen tegen alle verwachtingen in en dat is niet toevallig. Dit werkwoord voor ontsnappen heeft de theologische lading van niet op eigen kracht wegkomen, maar bevrijd worden. Het is een ontsnappen aan de ondergang vanwege Gods ingrijpen alleen. Hoe kostbaar dat pelgrims dit onderweg naar de Tempel met elkaar zongen.

Kostbaar ook om daar als gemeente die bij elkaar komt, telkens weer bij stil te staan. De kerk die al 2000 jaar dwars door vervolging, scheuringen, oorlogen en allerlei andere aanvallen toch nog fier overeind staat. Dat kan alleen wanneer God er zelf over waakt.
Een kerk die bestaat uit geheiligde en geredde mensen die zonder onze Heer, Jezus Christus, reddeloos verloren zouden zijn. Wat is God goed voor ons.
Hoe kostbaar is het dan dat iedere eredienst begint met de slotwoorden van deze psalm. Dat vers waarin de hele psalm meekomt.
Onze hulp is in de naam van de Heer die hemel en aarde gemaakt heeft.

Het was Calvijn die ervoor pleitte deze woorden direct aan het begin van de eredienst uit te spreken. Hij schreef dat geen enkel ander vers zo de waarheid verkondigt over de gemeente. Het is uit genade en Gods kracht dat zij bestaat en beschermd wordt. Het votum is dus een gedenken. Maar niet alleen dat. Het is 4 en 5 mei ineen. Het is ook iedere keer vieren, vieren dat God zelf aanwezig is, in ons midden, óók, of liever, juist wanneer we vastlopen in ons leven.
Wat mooi dat er een plek is in de wekelijkse eredienst waarin we telkens weer tot het besef mogen komen dat die God die door de hele geschiedenis trouw is geweest en de enige hulp voor Zijn kinderen, ook vandaag nog dezelfde is.
Dus gemeente, blijf het herhalen: Onze hulp is in de naam van de Heer die hemel en aarde gemaakt heeft.