Vandaag is de dag van Psalm 51. We lezen vanaf vers 9 tot met vers 19.
Een half uur voordat we met ons schip geladen waren aan de Waalse cementfabriek werd de laadpijp midden op de dag uit het schip gehaald en vertelde de beste man mij dat morgen weer een nieuwe ploeg zou komen voor de rest. Weer een dag vertraging, de zoveelste. Altijd was er wat aan de fabriek waar wij wekelijks moesten laden met ons eerste schip. Geen personeel, geen lading, geen tijd, geen zin. En elke keer kostte het ons frustratie, nachtrust en geld. En nu gebeurde het weer. Ik trok het echt niet meer. Ik liep naar het laadhokje waar die kerel in stond en ik gaf zo'n ram op die deur dat het glas eruit sprong. De beste man heeft zich zes weken ziek gemeld voordat hij het weer zag zitten om schepen te laden. En ik schaamde mij kapot.
David heeft met het overspel met Batseba en de daaruit voortvloeiende moord op haar man iets gedaan wat maar weinigen van ons op hun kerfstok hebben. In de beschrijving van die geschiedenis zien we hoe David in de middag een keer op zijn gemakje uit bed komt, hoe hij vanuit zijn paleis Batseba spot die ergens op een dak in bad gaat. Hoe hij haar schaakt en hoe ze vervolgens nog zwanger blijkt te zijn geworden ook. Uiteindelijk vermoord David indirect de man van Batseba om er mee weg te komen. David leeft verder alsof er niets is gebeurd totdat de profeet Natan hem confronteert met zijn zonde. Dit is de aanleiding voor de psalm van vandaag.
Je kan zeggen van de Bijbel wat je wil, maar het is een eerlijk boek. David is het onbetwiste voorbeeld van een man naar Gods hart. Zijn koningschap wordt in de Bijbel gezien als exemplarisch voorbeeld van hoe de ideale koning van Israel moet zijn. Maar deze man van God blijkt in de praktijk van het leven enorm tegen te vallen. De bijbel beschrijft Davids leven eerlijk en gedetailleerd. David de man naar Gods hart en David de zondaar. Hoe verhouden die twee zich tot elkaar? Ik denk dat we het antwoord op die vraag vinden in Psalm 51. In de eerlijke worsteling van David over zijn zonde en de houding daarin naar God toe.
Het eerste deel van de psalm bevat de verootmoediging en vraag om vergeving. David kent zijn wandaden en spreekt ze uit. "Ik heb gedaan wat slecht is in Uw ogen". Daarvandaan vraagt David God om vergeving. De eerste vijf boeken van de bijbel laten zien dat zonde schuld veroorzaakt bij God. Dus enerzijds is er de schuld die veroorzaakt wordt bij de ander, in dit specifieke geval bij Batseba en haar man Uria. Daarnaast is er de schuld die veroorzaakt wordt bij God. De hele offerdienst van Israel is gericht op dat laatste, op verzoening tussen God en het volk. In dit besef en dit verlangen naar verzoening met God schrijft David psalm 51.
Kerntekst voor mij is de vraag van David om herstel van de vreugde van vroeger. Zonde is een vreugde-steler. Vreugde als een diep, innerlijk gevoel van vrolijk welbevinden. Vreugde als vrucht van het leven met God. Vreugde als zichtbare kroon van het goede leven. Zonde trekt daar een streep door. Zonde veroorzaakt een breuk in de relatie tussen jezelf en de ander, tussen jou en de schepping waar God je in geplaatst heeft. Maar boven alles veroorzaakt zonde een breuk in de relatie tussen jou en God.
David geeft ons in Psalm 51 woorden hoe we die relatie met God weer kunnen herstellen. Langs de weg van verootmoediging, de weg van erkenning van datgene wat verkeerd is gegaan. In de bede om redding en herstel van vreugde. Jezus Christus heeft Zijn leven gegeven om dit herstel mogelijk te maken. Jezus als ultieme offer maakte de offerdienst van het oude Israel overbodig. Het heeft de weg geopend om verzoening te vinden met God.
Als zonde een vreugde-steler is dan is de strijd tegen zonde een strijd voor vreugde. Strijd tegen zonde heeft een negatieve lading. Het idee ontstaat dan dat je vanuit die strijd jezelf van alles moet ontzeggen. Bepaalde genoegens of je recht om je gelijk te halen. Strijden voor vreugde is iets anders. Het is de regie om keuzes te maken in je leven die op de langere termijn meer vreugde opleveren. Ook als dat betekent dat je op de korte termijn bepaalde dingen niet of juist wel doet.
Mijn strijd tegen de zonde is een strijd voor vreugde geworden. Het heeft mij geholpen om aan regie te winnen in de keuzes die ik maak. Maar het blijft een strijd. David leert ons met Psalm 51 om daar eerlijk over te zijn. Vanuit die openheid wil ik jou vandaag uitnodigen om terug te keren naar God. Woorden te geven aan wat er niet goed is gegaan, misschien wel in het bijzijn van iemand die je vertrouwt. Zodat de vreugde in je leven herstelt wordt.