Psalm 45 lees ik in zijn geheel.
Deze psalm is uniek in zijn soort. Het is een liefdeslied ter gelegenheid van een koninklijke bruiloft. Wie ervan houdt, kan in gedachten teruggaan naar de bruiloft van onze koning Willem Alexander en Maxima, die onlangs weer in de actualiteit was vanwege hun 20 jarige huwelijk. Die huwelijksdag was ook echt een stralende dag, waar iedereen van mee kon genieten. De pracht en praal, maar ook de liefde tussen twee mensen, die van het beeld afspatte en hen beiden een bijzondere schoonheid gaf.
Het is niet bekend om welke koning het hier ging, maar dit lied is zeker afkomstig uit de tijd van de koningen. De psalmdichter had dus een echte, concrete koning voor ogen, die hij met dit lied wilde zegenen bij het huwelijk met een bruid van hoge afkomst. Een koningsdochter, een prinses.
De psalm ademt grote blijdschap, het is feest! Wie erbij mag zijn is vrolijk en blij! Ook al is het lied gesitueerd in het koninklijk paleis, de tekst is doortrokken van Godsgeloof en het besef, dat de koning zijn troon ontleent aan Gods heerschappij.
In dit bruiloftslied wordt eerst de bruidegom toegezongen, daarna de bruid. Het eindigt met een zegenspreuk, waarin de voortzetting van de koninklijke dynastie wordt geproclameerd en de koning een onsterfelijke naam wordt toebedacht.
In de verzen 3 tot en met 10 spreekt hij de koning toe als iemand van grote schoonheid. Hierbij moeten we niet denken aan lichamelijke schoonheid. Het gaat vooral om wat deze koning aan koninklijke waardigheid heeft. Hij is begenadigd, hij is machtig, ook militair gezien, maar wendt zijn macht aan voor waarheid, nederigheid en gerechtigheid. Hij is, met Gods zegen, overwinnaar van het kwade. De psalmist ziet hem staan, met de bruid, de koningin aan zijn zijde.
Vanaf vers 11 wendt hij zich tot haar. De bruid, de toekomstige koningin is evenzeer prachtig. Ook hier gaat het met name om haar attributen, zoals de overvloed aan goud, die haar innerlijke waardigheid symboliseren. Zij wordt aangespoord om de heimwee naar haar ouderlijke huis te vergeten en zich te richten op haar toekomstige positie als echtgenote en koningin. Als we aan de beroemde traan van Maxima denken, dan krijgen deze woorden eveneens vlees en bloed en kunnen we meeleven met de mengeling van vreugde en verdriet, die ook een prachtig feest kan teweegbrengen.
Dit is zo’n psalm, die door de tijd in zijn geheel een messiaanse betekenis heeft gekregen. In deze koninklijke bruidegom is door de vroege kerk Jezus Christus herkend, en de gemeente als zijn bruid. In de Hebreeenbrief hoofdstuk 1 beschrijft de auteur hoe Jezus bij zijn hemelvaart in de hemel gekroond wordt en plaats neemt op de Goddelijke troon, en hij verwijst daarbij daar deze psalm.
Hij is de ultieme Koning, die al zijn macht aanwendt ten behoeve van de gerechtigheid. Hij is ook de ultieme geliefde, die zijn leven heeft toegewijd aan de hele aarde, aan alle volkeren, om door de liefde gerechtigheid te brengen. En dat is nieuw. Heeft de koning in deze psalm nog militaire macht en wapens, Koning Jezus regeert door het kruis. Door het bloed van het offerlam, dat Hij zelf was.
En hoe zit het met de bruid? Dat zijn wij, de Kerk van alle eeuwen met een hoofdletter. Maar ook wij, als personen, die bij de kerk horen. De aanmoediging om ons huis en onze haard te verlaten om ons aan de Koning te verbinden en Hem te dienen, die is voor ons. Voor ons persoonlijk, op momenten dat het eropaan komt waar we voor kiezen: voor wat de omringende wereld voorschrijft, of waar het evangelie ons toe oproept. De dwaasheid van het kruis schuurt vaak met onze logica van succes en winst en zekerheid. Door bijvoorbeeld om te gaan met mensen, die je niks te bieden hebben. De armen vertellen ons het evangelie, zegt de theoloog Erik Borgman zelfs, in zijn theologische visie voor de 21 eeuw. Dat is een vorm van omdenken, die alleen bij een dwaas kruis past en behoorlijk onbehagelijk maakt. Dan kan het oude vertrouwde ouderlijk huis soms aan ons trekken.
Maar Koning Jezus roept ons, zijn bruid, om door de generaties heen, een koninklijke dynastie te vormen van dwaze mensen, achter Hem aan, totdat Hij komt om voor altijd te regeren.