Het boek “In de ban van de Ring” vertelt over de teloorgang van het rijk Rohan. Daar werd geplunderd en geroofd, en veel onderdanen liepen gevaar. Maar de koning, de oude Theoden, liet het allemaal ongestraft plaatsvinden, tot grote frustratie van zijn naaste familie.
In Psalm 74 zien we iets soortgelijks: Het land is geplunderd, de tempel is verwoest, er is sprake van een grote kaalslag. Maar de hemelse koning doet niets. En de roep klinkt: waarom? Waarom doet u niks? De koning moet in actie komen, en krijgt de volgende serie opdrachten:
In Psalm 74 zien we iets soortgelijks: Het land is geplunderd, de tempel is verwoest, er is sprake van een grote kaalslag. Maar de hemelse koning doet niets. En de roep klinkt: waarom? Waarom doet u niks? De koning moet in actie komen, en krijgt de volgende serie opdrachten:
- Denk aan uw volk
- Kom naar de stad
- Hef uw hand en sla toe
- Bedenk Heer
- Houd uw verbond voor ogen
- Sta op God,
- Verdedig uw zaak
- Bedenk dat u bespot wordt
- Vergeet het razen van de vijanden niet
Na zo’n lange lijst vraag ik me af wie er zo tegen God durft te praten…|
Zou de Heer niet op de hoogte zijn van wat er aan de hand is? Heeft hij al deze aanwijzingen écht nodig? Wat voor Godsbeeld ligt hier eigenlijk onder?
In Rohan was de seniele oude Theoden in de praktijk een marionet, die klakkeloos de raad van Grima Slangtong opvolgde. Theoden was betoverd en had hierdoor eigen wil noch kracht. Deze koning kon je manipuleren met je tong. Door de goede woorden te prevelen, door zijn zinnen te begoochelen, door de juiste taal te spreken.
De koning in Psalm 74 is zijn tegenbeeld. Over deze koning lezen we in de verzen 10-17 juist hoe machtig hij is. Alleen, en daar wringt de schoen, deze koning houdt, met zijn wil, zijn machtige hand in bedwang. Deze koning is allesbehalve krachteloos of willoos. Toch kan je ook deze koning bereiken via de ingang van woorden, zinnen en taal.
Het verschil is echter dat dit geen taal van manipulatie is, maar taal van vriendschap en vertrouwen.
Het valt op hoe vaak je het woord U of Uw tegenkomt in Psalm 74. Maar liefst 31 keer. Er is een directheid in dit gebed die je doet denken aan de gebeden van Abraham en Mozes. Allebei voerden zij directe persoonlijke gesprekken met God. Ze hebben daarin gepleit voor anderen, op grond van Gods karakter. Ze herinnerde God aan wat hij zich ooit had voorgenomen. En ze waarschuwden God voor hoe een ongenadige houding zijn reputatie zou schaden.
Weet je wat het resultaat was van deze gesprekken? God bewoog mee met Abraham en Mozes. God liet zich door Mozes zelfs ompraten! Met déze hoop mag je Psalm 74 bidden!
Het kwam uiteindelijk goed met Koning Theoden. Nadat hij werd bevrijd uit de betovering van Grima Slangtong, kreeg hij weer kleur op zijn wangen en kracht in zijn handen. Hij ging het zwaard weer hanteren en gaf zelfs zijn leven in een strijd voor een volk dat niet het zijne was. Zo stierf hij met de reputatie van een held.
Ónze hemelse koning hoeft nergens uit bevrijd te worden. Hij is de vrijheid zelve. En vanuit die vrijheid gaf hij zijn leven voor mensen die niet bij hem hoorden. En hij hield al die tijd zijn hand in bedwang en verzette zich niet. Hij stierf met de reputatie van een verliezer, maar kreeg de naam boven alle namen.
Het kan ontzettend moeilijk zijn, om toe te kijken terwijl God zijn hand in bedwang houdt. Toch is het ook een bron van hoop voor ons geworden. En terwijl we wachten, mogen we blijven bidden, en blijven aandringen. Net als Abraham en Mozes dat deden.
Mogen wij, net als zij, dóór en door gevormd worden door de vriendschap met God.
Mogen wij, net als zij, God zó goed leren kennen, dat we het lef krijgen om hem te herinneren aan alles wat hij heeft beloofd.
Mogen wij ons, net als zij, geheel en al toevertrouwen aan zijn machtige hand.
Óók als hij die in bedwang houdt.
Na zo’n lange lijst vraag ik me af wie er zo tegen God durft te praten…|
Zou de Heer niet op de hoogte zijn van wat er aan de hand is? Heeft hij al deze aanwijzingen écht nodig? Wat voor Godsbeeld ligt hier eigenlijk onder?
In Rohan was de seniele oude Theoden in de praktijk een marionet, die klakkeloos de raad van Grima Slangtong opvolgde. Theoden was betoverd en had hierdoor eigen wil noch kracht. Deze koning kon je manipuleren met je tong. Door de goede woorden te prevelen, door zijn zinnen te begoochelen, door de juiste taal te spreken.
De koning in Psalm 74 is zijn tegenbeeld. Over deze koning lezen we in de verzen 10-17 juist hoe machtig hij is. Alleen, en daar wringt de schoen, deze koning houdt, met zijn wil, zijn machtige hand in bedwang. Deze koning is allesbehalve krachteloos of willoos. Toch kan je ook deze koning bereiken via de ingang van woorden, zinnen en taal.
Het verschil is echter dat dit geen taal van manipulatie is, maar taal van vriendschap en vertrouwen.
Het valt op hoe vaak je het woord U of Uw tegenkomt in Psalm 74. Maar liefst 31 keer. Er is een directheid in dit gebed die je doet denken aan de gebeden van Abraham en Mozes. Allebei voerden zij directe persoonlijke gesprekken met God. Ze hebben daarin gepleit voor anderen, op grond van Gods karakter. Ze herinnerde God aan wat hij zich ooit had voorgenomen. En ze waarschuwden God voor hoe een ongenadige houding zijn reputatie zou schaden.
Weet je wat het resultaat was van deze gesprekken? God bewoog mee met Abraham en Mozes. God liet zich door Mozes zelfs ompraten! Met déze hoop mag je Psalm 74 bidden!
Het kwam uiteindelijk goed met Koning Theoden. Nadat hij werd bevrijd uit de betovering van Grima Slangtong, kreeg hij weer kleur op zijn wangen en kracht in zijn handen. Hij ging het zwaard weer hanteren en gaf zelfs zijn leven in een strijd voor een volk dat niet het zijne was. Zo stierf hij met de reputatie van een held.
Ónze hemelse koning hoeft nergens uit bevrijd te worden. Hij is de vrijheid zelve. En vanuit die vrijheid gaf hij zijn leven voor mensen die niet bij hem hoorden. En hij hield al die tijd zijn hand in bedwang en verzette zich niet. Hij stierf met de reputatie van een verliezer, maar kreeg de naam boven alle namen.
Het kan ontzettend moeilijk zijn, om toe te kijken terwijl God zijn hand in bedwang houdt. Toch is het ook een bron van hoop voor ons geworden. En terwijl we wachten, mogen we blijven bidden, en blijven aandringen. Net als Abraham en Mozes dat deden.
Mogen wij, net als zij, dóór en door gevormd worden door de vriendschap met God.
Mogen wij, net als zij, God zó goed leren kennen, dat we het lef krijgen om hem te herinneren aan alles wat hij heeft beloofd.
Mogen wij ons, net als zij, geheel en al toevertrouwen aan zijn machtige hand.
Óók als hij die in bedwang houdt.