De oorlog tussen Rusland en de Oekraine is er eentje met een lange aanloop. Lange tijd heeft het onze levens eigenlijk niet geraakt, ook al waren er grote onrechten in de Krim en in het oosten van de Oekraine. Pas nu heel Europa onder spanning staat door dreigingen van kernwapens, komt dat conflict ineens heel dichtbij.
Psalm 82 is nu zo’n psalm die bij de eerste lezing wellicht ook niet meteen heel dichtbij komt.
God die in een soort hemelse raadszaal andere, kleinere goden berispt en op hun plaats zet. Naast de vele vragen die het op kan roepen – wie zijn die goden dan? Hoe moeten we die plaatsen? – is het ook een tafereel dat zich vooral heel ver en boven onze hoofden afspeelt.
Wie zijn nu die goden, deze Elohim zoals het er staat in het Hebreeuws? De verschillende commentatoren pakken flink uit bij deze psalm. Sommigen zeggen dat het inderdaad godheden zijn, heidense goden wellicht die blijkbaar toch ergens onder het gezag van de enige God van Israel, staan.
Anderen zeggen: het zijn rechters en verwijzen daarbij naar Exodus 21 waarbij slaven die zich vrijwillig blijvend willen verbinden aan hun meester dit moeten laten bestendigen voor de rechters van het volk, de Elohim.
Goden of rechters, het gaat hier in ieder geval om machthebbers, zij die met hun woorden en daden mensenlevens kunnen sturen en er invloed op hebben. Ten goede of ten kwade.
Wat heeft dat nu met jou en mij te maken? Wat is onze invloed en plaats in dit tafereel dat zich vooral daarboven afspeelt?
Gods woord is nooit een woord van afstand, maar komt ineens toch heel dichtbij.
Psalm 8 zegt heel mooi dat de mens vervuld is met glans en glorie van onze Schepper. U hebt hem bijna tot god gemaakt, Elohim. Jezus zelf zegt in Johannes 10 ‘staat er in de wet niet geschreven: u bent goden? Daar staat de Griekse versie van Elohim en dan gaat het niet over rechters, godheden of andere hooggeplaatsten, maar over jou en mij. Vanuit psalm 8 weten we wat die goddelijkheid die wij met ons meedragen vooral betekent: een verantwoordelijkheid om namens God zelf te zorgen voor de schepping en onze naaste en dan met name voor het zwakke en het kwetsbare. Voor hen die weerloos zijn en arm. In die zin hebben we allemaal invloed op onze omgeving.
Het is precies daar waar diegenen die in psalm 82 ter verantwoording worden geroepen, hebben gefaald. Zij tonen geen inzicht, geen begrip staat er. Ze zijn hun goddelijke roeping uit het oog verloren.
En wij? Voor mij kwam het verhaal van de Oekraine echt dichtbij toen een jonge Oekrainse vrouw die ik ken hier in Enschede zei op mijn vraag: heb je nog familie of vrienden in Oekraine? Ja, in deze tijd zien we heel het volk als onze familie. Toen raakte er iets. Het gaat over familie, naasten, medemensen die daar lijden. Of zoals de psalm eindigt: Verhef U, God, spreekt recht op aarde, alle volken behoren U toe. Ik mag mij daar niet voor afsluiten. Als het Gods kinderen aangaat, is het nooit een ver van mijn bed show.
We worden geroepen om onze ogen niet te sluiten voor onrecht en onderdrukking. In het groot, door geld en goederen te geven aan slachtoffers van oorlog en te blijven bidden voor hen, maar vandaag ook in het klein. Deze psalm mag op die manier opnieuw heel dichtbij komen.
Jij en ik die geroepen zijn als voorvechters voor Gods recht, als vertegenwoordigers van Zijn liefde, kunnen op deze dag in onze eigen gebrokenheid wel degelijk voor 1 iemand een groot verschil maken. Dat is een bewuste keuze. Loop ik vandaag door of maak ik even contact?
Ben ik gericht op mijn eigen agenda of maak ik even ruimte voor iemand die bijna nooit iemand spreekt? Het evangelie is pas echt goed nieuws wanneer wij de liefde die erin tot ons komt, doorgeven. Wie zet jij vandaag in het licht van God? Aan wie ga jij heel in het klein het licht van de Allerhoogste tonen? Wie zie jij echt vandaag?