Symfonie van het hart: Psalm 83
Ik heb deze podcast geschreven en opgenomen in de week dat Rusland Oekraïne binnenviel, eind februari. En hoe het nu is, op het moment van luisteren, weet ik niet. Maar er is een beeld wat me die eerste dagen lang bijbleef. Ik zag een foto van een aantal vrouwen die op een plein in Charkov geknield aan het bidden waren. Waarschijnlijk het enig mogelijke wat ze nog konden doen. In angst, onzekerheid, vol zorgen en niet wetend hoe het zou aflopen zochten ze daar, open en bloot, middenin de stad, op het plein het aangezicht van God.
Bij het lezen van Ps.83 kwam precies dat plaatje bij me naar boven. Hé, wie weet baden ze deze Psalm wel. ‘God, houd U niet stil, zwijg niet, zie niet lijdzaam toe’. Een Psalm, een gebed, een smeekbede tot God om in te grijpen, om vijanden uit te roeien. Het is een gemeenschappelijke klacht van het volk Israël tot God. Een gemeenschappelijk en eensgezind gebed tot God om recht te doen. En ik denk dat we dit zijn kwijtgeraakt. Ergens in de loop van de tijd is het gemeenschappelijke verloren gegaan. Het is vandaag de dag met recht ‘ieder voor zich en God voor ons allen’, waarbij je God dan nog kunt degraderen tot het eerste de beste Boeddhabeeldje uit het tuincentrum om de hoek. In onze individualistische maatschappij zijn we het gemeenschappelijke geloof en daarmee ook het gemeenschappelijke gebed kwijtgeraakt. Helaas vaak ook in de gemeente en in de kerk.
Hoe anders is dat in deze Psalm 83. Gezamenlijk wordt er geroepen tot God. Er is dreiging, omliggende landen en plaatsen hebben zich tegen Israël gekeerd. Edom, Moab, Filistea, Assyrië, ze worden bij naam genoemd. Ze willen Israël van de kaart vegen, het woord ‘verdelgen’ wordt genoemd. Wat doet me dit denken aan die tijd die veel dichterbij staat dan de periode waarin de Psalm is geschreven. Die tijd van de 2e wereldoorlog waarin precies hetzelfde klonk en het Joodse volk als minderwaardig werd weggezet en moest worden uitgeroeid. In een geschiedenis van eeuwen is er niet zoveel veranderd. Nog steeds vormt het volk Israël het middelpunt van gewapende conflicten in het Midden-Oosten. Nog steeds klinkt de oproep tot verdelging. ‘God, houd U niet stil, zwijg niet, zie niet lijdzaam toe’.
Hoe begrijpelijk is dan de roep om wraak, om vergelding. Hoe automatisch klinkt het dan niet om de rollen om te draaien en juist de agressors te vernietigen, zoals beeldend beschreven wordt ‘ze te maken tot distelpluis, tot kaf dat verwaait in de wind’ (83:14). En het volk put uit de gemeenschappelijke geschiedenis van de Richters als de namen van Midjan, Sisera en Jabin genoemd worden. Toen kon het ook! Toen greep U ook in! Toen leidde God zijn volk naar de overwinning en iedereen wist wie de God van Israël was. Want dat is waar deze Psalm mee eindigt, het gebed dat mensen, ook vijanden, weten wie de Heer is. Dat zij de naam van God zullen kennen. Het gaat dus niet alleen om platvloerse wraak of vergelding, nee, er staat meer op het spel. De naam van God staat op het spel. De naam van de Allerhoogste, de Rechtvaardige, is in het geding. En gezamenlijk, het hele volk als één geheel, wordt er geklaagd, gesmeekt, gebeden – Heer, zwijg niet.
Met het plaatje van de vrouwen, biddend op het plein in Charkov, moet ik denken aan Openbaring. Waar het plaatje geschetst wordt van de heiligen die roepen tot God: ‘Wanneer… wanneer grijpt U in?’ (Openbaring 6:10). En God geeft antwoord. Zegel na zegel wordt verbroken. Bazuin na bazuin wordt geblazen en schaal na schaal wordt uitgegoten. Totdat… totdat het einde daar is, Gods Koninkrijk volledig is aangebroken en Hij rechtvaardig zal oordelen. En dan… ‘dan zullen zij weten dat uw naam Heer is, dat U alleen de Allerhoogste bent op aarde’ (Ps.83:19).