Psalm 96
In het Apostolicum, een van de oudste en breedst aanvaarde belijdenissen van de christelijke kerken, staat onder andere dat wij geloven dat Jezus Christus zal komen zal ‘om te oordelen de levenden en de doden.’ In deze belijdenis wordt de kern van het Evangelie, het goede nieuws aangaande Jezus Christus, samengevat. Daar hoort dus ook het oordeel bij. Maar is dat goed nieuws?
Ik weet niet of de opstellers van het Apostolicum Psalm 96 geraadpleegd hebben, maar feit is dat in deze Psalm het oordeel nadrukkelijk gevierd wordt! Het is een uitbundig loflied dat uitloopt op een juichende, zich verblijdende en jubelende hemel, aarde, zee en schepping, die zich verheugen omdat de Heer in aantocht is ‘als rechter van de aarde.’ Dat is het goede nieuws dat hier wordt bezongen. Het is het hart van de verkondiging aan de volken, geciteerd in vers 10: ‘Zeg aan de volken: “De Heer is koning. Vast staat de wereld, zij wankelt niet. Hij oordeelt de volken naar recht en wet”.’ Het is deze Heer die tot drie keer toe bezongen wordt, ‘Zing voor de Heer een nieuw lied, zing voor de Heer, heel de aarde, zing voor de Heer, prijs zijn naam’ (1-2a) en die tot drie keer toe erkend moet worden: ‘Erken de Heer, stammen en volken, erken de Heer, zijn majesteit en macht, erken de Heer, de majesteit van zijn naam.’ (7) Déze Heer is Koning, dé Koning van de wereld, die de volken rechtvaardig zal oordelen.
Het goede nieuws hieraan is dat de geschiedenis niet geregeerd wordt door het lot of door willekeur. Dat de beul ten laatste niet triomfeert over zijn slachtoffer, de verdrukker niet over de verdrukten, de eigenaar niet over zijn slaven. Het betekent dat misdaad, ook oorlogsmisdaad, niet loont. De Heer zal recht doen, rechtspreken, recht zetten. Het kwaad zal niet winnen. Het onrecht zal niet zegevieren.
Een paar weken geleden was ik in het Bezoekerscentrum van Open Doors in Ermelo. Een organisatie die zich al meer dan 65 jaar inzet voor de vervolgde kerk. Oprichter Anne van der Bijl heeft zich nooit veel aangetrokken van door machthebbers bepaalde wetten en grenzen. Hij wilde heel zijn leven maar aan één Heer gehoorzaam zijn. Aan Jezus Christus die ‘alle macht heeft in hemel en op aarde’ en ons geboden heeft ‘alle volken tot zijn discipelen te maken’ (Matt. 28:18-19). Deze Jezus, die alleen Heer is, is in de hemel opgenomen, en nu citeer ik uit Hand. 3:21, ‘…tot de tijd aanbreekt waarover God van oudsher bij monde van zijn heilige profeten heeft gesproken en waarin alles zal worden hersteld’, de zogenaamde ‘wederoprichting aller dingen’ zoals de NBG51-vertaling erover sprak. Vergelijk het met de belofte die we al eerder in de Psalmen tegenkwamen en die we linkten aan de belofte in Openbaring 21 dat God eens ‘alle tranen af zal wissen’. Er is geen onrecht dat niet zal worden rechtgezet. Geen pijn die niet zal worden geheeld. Daarom noemt de Oudtestamenticus Walter Brueggemann Psalm 96:10 de kwintessens, dat is de kern of het hart, van de Evangelieboodschap van het hele Oude Testament. We leven niet in een onverschillig heelal. ‘De Heer is koning. Vast staat de wereld, zij wankelt niet.’ De Vroege Kerk had het goed begrepen: dat Jezus komen zal om te oordelen de levenden en de doden, dat is goed nieuws. Daarom blijven wij bidden ‘Uw Koninkrijk kome’, ook vandaag.