Psalm 105:1-11, 42-45. 5-5-2022

Het is vandaag 5 mei en in Nederland vieren we de 77e bevrijdingsdag van de nazi-terreur gedurende de Tweede Wereldoorlog. Dit jaar met dubbele gevoelens vanwege de nieuwe oorlog die nu alweer ruim twee maanden in Europa woedt. Het was een euforisch feest indertijd in 1945 en we blijven het terecht herdenken. Bevrijding moet je vieren! En in stand houden. Je dus ook afvragen: Waar zijn we precies van bevrijd? En vooral waartoe?! Want het is één ding om bevrijd te worden, het is nog wat anders om bevrijd te blijven.


Psalm 105 zou je ook een bevrijdingspsalm kunnen noemen. Net als Psalm 78, 106, 107, 135 en 136 viert deze Psalm wat God heeft gedaan voor zijn volk in de loop van de geschiedenis. Die geschiedenis wordt uitvoerig beschreven in de verzen 7-41, van de aartsvaders, via Mozes en Aäron en de bevrijding uit de slavernij, tot de intocht in het beloofde land. Daaraan vooraf gaat een intense lofprijzing, met maar liefst 11 oproepen om God te loven in 5 verzen, en de Psalm sluit af met een korte, bondige conclusie over het doel van de bevrijding. En dat alles omsloten met een krachtig ‘Halleluja!’

De Psalmen 104-106 zijn de eersten van meerdere reeksen zgn. ‘Halleluja-Psalmen’ in dit laatste derde deel van het Psalmenboek. Hiervoor heeft er nog nooit een ‘halleluja’ geklonken in de Bijbel en het woord zal na de Psalmen pas weer opduiken in het boek Openbaring, hoofdstuk 19. Zoveel ‘halleluja’s’ klinken er dus niet in de Bijbel, maar áls ze klinken is het opletten geblazen. Dan heeft het vaak een diepe, rijke betekenis.
Hier klinkt het in het kader van het gedenken van Gods bevrijdende daden: ‘Gedenk de wonderen die Hij heeft gedaan, de oordelen die Hij heeft uitgesproken’ (5). We hebben het eerder over het belang daarvan gehad, met de woorden van een Poolse rabbijn: ‘Vergeten is ballingschap, gedenken is verlossing’. Wat in deze Psalm bijzonder is, is dat het gedenken hier heel mooi gemotiveerd wordt door Gods gedenken, in resp. vers 8 en 42: ‘Tot in eeuwigheid zal Hij gedenken zijn belofte aan duizend geslachten … Hij dacht aan zijn heilig woord, gegeven aan Abraham, zijn dienaar’. Wij mogen en kunnen gedenken, omdat God aan ons heeft gedacht en zijn eigen beloften gedenkt en vervult. In deze Psalm vooral de belofte van het land, gegeven aan Abraham en hernieuwd aan Mozes en het volk in Egypte. Het woord erets, land, komt wel 10x voor in deze Psalm. En waartoe? ‘Opdat’, zo vertaalt de Naardense Bijbel terecht in vers 45, ‘zij zijn inzettingen bewaken en zijn wetsregels zullen houden.’

Bevrijding dient ergens toe, namelijk om als bevrijde mensen te leven. Je nooit meer een slavenjuk laten opleggen en nooit meer zelf iemand knechten. Daartoe ontving Israël de geboden bij de Sinaï. Onder het opschrift: ‘Ik ben de Heer, je God, die je bevrijd heeft’ volgen de richtlijnen om bevrijd te blijven. Vrijheid is niet vanzelfsprekend en het is niet ongekwalificeerd. Je moet er vorm aan geven. Het kost wat, maar dan heb je ook wat.
Gedurende de Tweede Wereldoorlog hebben velen hun leven gegeven voor het herstel van de democratische rechtstaat: een vrije pers, onafhankelijke rechtspraak, vrijheid van godsdienst en geweten, waarborg voor rechten van minderheden als Joden, Roma, Jehova-getuigen en homoseksuelen. In Oekraïne geven velen hun leven ervoor vandaag. Het zijn en worden nooit vanzelfsprekendheden. Vrijheid en verantwoordelijkheid horen bijeen als twee kanten van dezelfde medaille. Zo schrijft ook de apostel Paulus erover in zijn ‘vrijheidsbrief’ aan de Galaten, in hoofdstuk 5:13-14: ‘Broeders en zusters, u bent geroepen om vrij te zijn. Misbruik die vrijheid niet om uw eigen verlangens te bevredigen, maar dien elkaar in liefde, want de hele wet is vervuld in één uitspraak: “Heb uw naaste lief als uzelf”.’ Zo kan het een mooie, dankbare en kostbare bevrijdingsdag worden vandaag.