Een zendeling vertelde mij eens hoe hij als Nederlander in Frankrijk na tientallen jaren nog steeds een buitenstaander was. Ondanks zijn perfecte beheersing van de Franse taal, merkte hij keer op keer dat hij extra tijd nodig had om de gevoelswaarde van een woord te vatten, of om een subtiele hint te begrijpen, of om de clou van een grap te pakken. Als je omringd wordt door mensen die een andere taal spreken, dan ben je ver van huis.


Zo was het volk Israël ver van huis in Egypte. Psalm 114 beschrijft hoe Israël uit Egypte trok, en gebruikt dan de uitdrukking ‘dat vreemdtalige land’. We begrijpen goed dat Israël daar ver van huis was, maar laten we wel wezen, was de taal nu echt het grootste issue in Egypte?

De woorden waarmee de Exodus in deze psalm wordt beschreven zijn nogal merkwaardig. Zo projecteert psalm 114 het splijten van de zee bijvoorbeeld niet als een vluchtroute die voor Israël werd blootgelegd, maar als een reactie van de natuurlijke wereld op het verschijnen van God. Israël vlucht niet voor de onderdrukker, maar het water vlucht voor God.

Het verhaal wordt duidelijk anders verteld. In Exodus gaat het over één berg, de Sinaï, die beeft. Hier in de psalm gaat het over bergen (meervoud) die opspringen. In Exodus gaat het over water dat uit de rots vloeit, maar hier in de psalm lees je dat harde steen in water verandert.

Waarom vertelt deze psalm het verhaal zo anders? Mogelijk is het doel ervan om de Israëlieten die ver van huis zijn vanwege de ballingschap aan te moedigen om terug naar huis te gaan. Ze worden in Babylonië misschien niet zo slecht behandeld als ooit hun voorouders in Egypte, dus echte bevrijdingstaal is misschien niet zo appellerend. Maar Israël was ten tijde van de Exodus niet alleen bevrijd ván de slavernij in Egypte, maar ook bevrijd tót een leven met Gods aanwezigheid in het beloofde land. Hij zou daar zelfs zijn woonplaats maken. Een wereldschokkende gebeurtenis, waar de hele natuur van opschrikt.

Misschien moesten de Israëlieten in de ballingschap daar aan herinnerd worden, dat die wereldschokkende bevrijdende aanwezigheid van God nog steeds bij hun volk en hun land betrokken was. En omdat ze geen grote leider als Mozes meer kenden, hadden ze misschien een extra zetje nodig.

In het eerste vers wordt dan ook prikkelend gedaan alsof het initiatief voor de uittocht uit Egypte van Israël kwam, maar dat ze gaandeweg ontdekten dat de Heer voor hen uitging, om uiteindelijk in de laatste verzen van de Psalm te concluderen dat de hele aarde moet dansen voor de God van Jakob, want in zijn aanwezigheid zal de meest ondoordringbare hardheid wegvloeien als water.

Door deze compositie leest de psalm als een uitdaging: kom in beweging, en ontdek gaandeweg hoe God voor je uitgaat, terwijl jij terugkeert naar het land wat de Heer je beloofd heeft.

Wij hebben vandaag misschien geen landbelofte zoals het volk Israël dat had. Maar als mensheid in zijn geheel zijn we ver van huis. We zijn de taal van zorg voor de schepping verleerd en horen om ons heen voornamelijk het economische geleuter van Babel. Ons moederland, de aarde, herkent ons niet meer. De zee wordt niet gespleten, maar rijst wél op als een muur. De bergen staan er nog, maar ze geven stromen van smeltend gletsjerwater af. Het is psalm 114 maar dan omgekeerd.

Toch mogen we ook in deze situatie hoop putten uit de eerdere bevrijdingen die onze God heeft gegeven. Maar dat betekent niet dat we maar stilletjes moeten gaan wachten tot we daar iets van gaan zien.

Nee, kom in beweging, en ontdek gaandeweg hoe God voor ons uitgaat, terwijl wij wegtrekken uit het land van verspilling en uitputting. Ga dus vandaag nog aan de slag met een extra inspanning, om duurzamer te gaan leven!

Misschien klinkt dit voor jou als een kras op de plaat, als een boodschap die je al heel lang hoort, maar die jou niet echt raakt. Ook dan is er hoop, want de Heer kan versteende harten veranderen in een stroom van tranen.

Hij is onze Bevrijder, Hij brengt ons thuis, en Hij zal in al zijn glorie onder ons wonen.