Psalm 117
1 Loof de HEER, volken op aarde,
Prijs Hem, naties overal:
2zijn liefde voor ons is overstelpend,
eeuwig duurt de trouw van de HEER.
Halleluja!
Psalm 117 is een échte zomerpsalm. Hij past prachtig bij het zonnige weer van de laatste tijd. De psalm, ook wel de ‘hooipsalm’ genoemd: is de kortste psalm van het psalter en dus perféct geschikt voor als je weinig tijd hebt. In de zomer hadden boeren inderdaad weinig tijd: er moest gehooid worden. En omdat het bijbellezen natuurlijk nooit overgeslagen werd, werd psalm 117 gelezen. Dan was je lekker snel klaar en kon je gauw weer aan het werk op het land. Maar zo snel zijn wij vandaag níet klaar hoor! De betekenis van deze psalm reikt verder dan de lengte van de psalm doet vermoeden.
Maar wat zit er eigenlijk achter deze psalm? Waarom is hij geschreven? De kans is groot dat hij in de tijd na de ballingschap is geschreven. Het volk Israël, dat meerdere keren bedreigd is met hun ondergang, was zich ervan bewust hoe belangrijk het voor hen was om zich te onderscheiden van hun omgeving. Gelijkvormigheid aan de omliggende volken zou hun ondergang betekenen en daar waakten ze voor. Het idee dat het volk geroepen was om een zegen te zijn voor de andere volken, zoals God aan Abraham had beloofd, raakte daardoor alleen steeds meer op de achtergrond. Het verhaal van Jona, de koppige profeet, illustreert dat. Hij was absoluut niet van plan om de mensen in Ninevé te wijzen op de mogelijkheid tot inkeer en redding. Sterker nog, hij is boos vanwége Gods goedheid: “Ik wist het wel: U bent een God die genadig is en liefdevol, geduldig en trouw en bereid het onheil af te wenden.”
De dichter van deze psalm zag dit gebeuren en schreef deze psalm misschien juist wel om díe reden. Hij herinnert het volk zo aan haar roeping om tot zegen te zijn voor alle volken op aarde. Niet alleen voor het volk Israël! Gods goedertierenheid, zijn liefde en trouw, zijn voor iedereen bedoeld. En zo is deze psalm naast een oproep om God te loven en te prijzen, ook een opdracht om de volken een reden te geven om God te prijzen. Als Israël andere volken onderdrukt en uitbuit, dan hebben de volken geen enkele reden om God te prijzen. De psalm houdt het volk Israël een spiegel voor, elke keer wanneer het lied wordt gezongen. Maar dat geldt evengoed voor ons! Ook wij worden herinnerd aan onze opdracht in deze wereld: ons licht te laten schijnen, zodat de mensen onze goede daden zien en God onze Vader eer bewijzen!
Het zou best eens kunnen zijn dat Jezus deze psalm in gedachten had toen hij de discipelen de opdracht gaf om alle volken tot zijn discipelen te maken. Leg ze maar eens naast elkaar!
Als wij de woorden van Jezus in praktijk brengen zullen de mensen om ons heen zien en ervaren hoe goed God is. Ook voor hen!
De grote vraag die deze korte psalm dus oproept is: geven wij de mensen om ons heen redenen om God te prijzen? Trekken we erop uit om ons in te zetten voor de bloei van de mensen om ons heen?
Een mooi voorbeeld hiervan zie ik in het gezinshuis bij ons op de hoek. Zij vangen kinderen op die nergens meer terecht kunnen, omdat ze ‘te complex’ zijn. Met veel liefde en een flinke dosis doorzettingsvermogen worden ze opgevangen en opgevoed. Deze kinderen hebben redenen om God de vader te prijzen, want er is een plek voor hen. En datzelfde geldt voor de Oekrainse vluchtelingen die een plek hebben gekregen in de pastorie van de dorpskerk. Ook zij hebben, ondanks alle ellende, reden om God te prijzen, omdat ze een plek hebben waar ze veilig zijn. Dit zijn misschien grote voorbeelden die ver van je bed af staan. Maar het kan ook in het klein en is voor iedereen weer anders.
Welke reden geef jij mensen vandaag om God te prijzen?