Kom en zie - in vijftig dagen door het Johannes evangelie
Harold ten Cate
Maandag 22 mei 2023
JEZUS VOOR PILATUS
Jezus wordt voor Pilatus geleid. De Romeinse prefect zit niet op die zaak te wachten. Hij is niet geïnteresseerd in Joods-godsdienstige debatten of gevoeligheden. Daarover oordeelt het Joodse gezag zelf maar (18:31). Hij is immers geen Jood (18:35)? Hij gaat over de ordehandhaving in de provincie Judea. Pas als godsdienst politiek wordt en er oproer dreigt, wordt het zíjn zaak – en dat wilde nogal eens gebeuren (6:15; 11:48)!
‘Bent U de koning van de Joden?’ (18:33). Of Jezus Joodse wetten heeft overtreden, is voer voor theologen. Maar een Jood die zich koning noemt is voor hém! Rebellen die zichzelf tot messias uitriepen, had Pilatus vaker gedood. Josephus schildert hem als nietsontziende ijzervreter die bruut geweld niet schuwt. Johannes tekent hem als zorgvuldig rechter die een onschuldige wil beschermen. Historicus Paul Maier toont aan dat Pilatus’ positie juist rond dit proces precair was: klachten over zijn optreden hadden Rome bereikt en hij was stevig gewaarschuwd!
Zorgvuldigheid geboden! Als Jezus zegt dat zijn koninkrijk niet van deze wereld is, vraagt Pila-tus door: ‘U bent dus koning?’ (18:36-37). In plaats van op koningschap in te gaan, zegt Jezus dat Hij gekomen is om van de waarheid te getuigen. ‘Maar wat is waarheid?’ Pilatus heeft geen trek in een filosofisch debat. Hij ziet geen schuld in Jezus en pleit driemaal voor zijn onschuld (18:39; 19:4,6), zoals Petrus Hem driemaal verloochende.
Eerst mislukt de poging om Hem van-wege Pesach vrij te laten (18:39). Dan wil hij de menigte kalmeren door Jezus te geselen. Maar het baat niets: ‘Kruisig Hem!’ (19:6). Als hij wéér de zaak naar het Joodse gezag verwijst, roepen de aanklagers: ‘Hij moet sterven, omdat Hij zich de Zoon van God heeft genoemd’ (19:7).
Geschrokken verhoort Pilatus Jezus opnieuw, maar Jezus werkt niet echt mee. ‘Weet U dan niet dat ik de macht heb om U vrij te laten of U te kruisigen?’ (19:10). Het helpt niets. Een dreige-ment beslist de zaak: ‘Als u die man vrijlaat bent u geen vriend van de keizer’ (19:12). Als Pila-tus door een formele klacht zijn status als amicus Caesaris kwijtraakt, is dat zíjn dood! Pilatus kan slechts gezichtsverlies voorkomen door de menigte haar loyaliteit aan de keizer te laten betuigen. ‘Moet ik uw koning kruisigen?’ – ‘Wij hebben geen andere koning dan de keizer!’ Daar kan Pilatus mee thuiskomen. En Jezus? In vredesnaam, kruisig Hem dan maar!
Lezen: Johannes 18:28-19:16